Darek Rodewald: “De Dakar rijden, kun je niet alleen”

Monteur zijn bij Dakar. Het klinkt misschien als een jongensdroom, maar het is niet voor iedereen weggelegd. “Ieder jaar zijn het weer twee zware, maar fantastische weken. Je moet hier wel een passie voor hebben, anders houd je het niet vol”, vertelt Darek Rodewald, monteur voor het Dakar-team Team De Rooy. Al meer dan vijftien jaar rijdt hij mee met de rally’s, eerst met Gerard en nu met Janus.

Hoe hij het rallyrijden ervaart en hoe hij aan deze passie verslingerd raakte? Hij vertelt het allemaal in dit interview.

Van werk naar passie

Het is inmiddels zestien jaar geleden dat Darek bij ons kwam werken als monteur. “Ik deed dat zo’n anderhalf jaar, toen Jan de Rooy aan me vroeg of ik wilde helpen bij het De Rooy Dakar-team. En zo begon het. Het was de bedoeling dat ik met Jan zou deelnemen aan de Dakar, maar dat werd afgelast. Uiteindelijk reed ik mijn eerste Dakar met Gerard. Het begon dus als werk, maar groeide uit tot een passie. En dat moet ook wel, anders houd je het niet vol.”

Geen rustige rit

Het is niet makkelijk om een goede monteur te vinden voor de Dakar Rally. “Mensen denken dat een monteur de hele dag zit en misschien eens een kapotte band vervangt. Maar dat is echt niet het geval. Een monteur heeft veel werk in de cabine, het is namelijk zaak de boordcomputer goed in de gaten te houden.

Hoe langer je rondrijdt met een defect, hoe meer schade je oploopt. Als er iets kapotgaat, of kapot dreigt te gaan, moet ik er snel bij zijn en daarvoor ben ik continu bezig met de data uit die computer. Daarbij moet je snel denken en met creatieve oplossingen komen. Het hoeft niet mooi te zijn: als je de dag maar uitrijdt.”

Dubbele dagen draaien

Maar het échte werk begint na de race, wanneer de rallydag voorbij is. “Tijdens zo’n rit door de duinen heeft de wagen veel te lijden. Dus ‘s avonds controleer en vervang ik samen met het team de onderdelen van de truck. Om dit klaar te spelen, gaan de meesten tot ‘s morgensvroeg door. Maar ik moet rond middernacht toch echt naar bed want de volgende dag wacht me weer een zware dag door het zand.”

Samen sta je sterker

Het repareren en prepareren van de truck is niet het enige waarbij teamwork cruciaal is. “De Dakar is echt een teamsport. Je kunt het niet winnen met één auto en een paar mensen. Er staat een heel team van veertig, misschien wel vijftig man voor ons klaar en zij zijn allemaal onmisbaar.

Zij maken bijvoorbeeld de cabine schoon en koken eten. Dat lijkt misschien niet zo belangrijk, maar als het raam van de truck niet goed schoon is, is dat gevaarlijk. En als het eten niet goed is worden we ziek. Alles en iedereen werkt samen aan zo’n overwinning tijdens die weken in de woestijn”, vertelt Darek.

De druk loopt op

De race van 2023 was natuurlijk een bijzondere, want Dareks team ging er met de winst vandoor. Maar dat podium is hem niet onbekend. “De eerste overwinning waaraan ik bijdroeg was in 2012, met Gerard. Tot dat jaar deden we steeds mee voor de winst, maar grepen we mis. In 2012 zeiden we: we rijden gewoon netjes, halen iedere dag het beste eruit en dan zien we wel waar we eindigden. Die instelling bracht ons de overwinning.

Maar wanneer je één keer wint, voel je nog meer druk voor de volgende rally. Je wilt jezelf bewijzen, laten zien dat het geen geluk was maar dat je het gewoon goed doet. Toen we in 2015 weer met de beker naar huis keerden was de druk er pas vanaf.”

Een zwaar jaar

Nu, acht jaar later, ging hij er weer met de eerste prijs vandoor. Maar de race van 2023 was allesbehalve makkelijk. “Ik vond het nog nooit zo zwaar in Saudi-Arabië. Het was een enorm pittige race en hij duurde zelfs twee dagen langer dan normaal. Maar ik weet dat wij sterk zijn op de zware etappes. We rijden constant, zonder problemen en gewoon goed. Zowel wij in de cabine, als onze apparatuur en de rest van ons team leveren topprestaties in deze zware races.”

Wil jij nóg meer lezen over de overwinning van Team De Rooy, tijdens de Dakar van 2023? Lees hier het interview met rallyrijder Janus van Kasteren.